Deze raamvertelling is een poging om Tsjetsjeense foto’s in het hoofd van de luisteraar af te drukken. In 1992 brak de Tsjetsjeens-Russische oorlog uit. De Tsjetsjenen hebben hun totaal verwoeste en kapotgebombardeerde land destijds massaal verlaten.
Honderdduizenden vluchtelingen waaierden uit over Europa, zonder enige bezittingen. Laat staan foto’s. Maar in hun hoofd spookt het. In vele interviews met tientallen Tsjetsjenen zocht Catherine van Campen uitsluitend naar beelden. Beelden die de Tsjetsjenen voorgoed verloren (foto’s) en beelden die zij juist maar niet kwijt kunnen raken (traumatische herinneringen).
Uit de meest sprekende beelden ontspon zich een verhaal. Het verhaal van een Tsjetsjeense jongeman, Letshi (‘Vogel’). Hij wordt grootgebracht door een dierenminnende vader. Chinese haantjes, papegaaien, eenden, vissen; niets was hem te gek. Als Grozny in 1994 valt en de Tsjetsjenen van de Russen 24 uur de tijd krijgen om de stad te ontvluchten, moeten Letshi en zijn vader alle dieren achterlaten. Ze lijken kansloos. Of toch niet?
Regie: Catherine van Campen
Techniek: Alfred Koster